
Henry de vreemdeling
Ze kan maar aan één iemand denken… En dat is Henry. Hij is 36 jaar en ze hebben elkaar ontmoet toen ze van haar fiets viel. Met overal pijn keek ze hem op slag verliefd aan. Ze wist niet wat ze moest zeggen, behalve stotterend ‘bedankt’. Hij rende naar haar toe en bood gelijk hulp aan. Langzaam tilde hij haar weer overeind en dat voelde ontzettend goed. Hij hield haar, Sandra, stevig vast en maakte een ontspannend praatje met haar. Haar hart begon sneller te kloppen en die glimlach sprak boekdelen! Zowel bij hem als haar…
Henry heeft haar stuur weer rechtgetrokken en zo konden ze weer afscheid van elkaar nemen. Stiekem wilde ze dat niet, maar hij moest weer snel verder naar zijn volgende klant. Ze knuffelde hem spontaan en totaal onverwacht… ‘nogmaals hartstikke bedankt’ en die aai door haar mooie haar van hem zou toch boekdelen moeten spreken? Waarom heeft hij zijn nummer niet achtergelaten of een kaartje? Ze hoopt maar dat hij het is vergeten of dat zijn accu leeg was. Ze wil hem het liefst nooit meer laten gaan, maar wie is hij, waar komt hij vandaan en zien ze elkaar ooit nog?
Sandra zoekt op social media. Géén Henry te bekennen. In elk geval niet de Henry waar ze verliefd op is geworden. Ze weet zelf ook niet wat haar overkomt. Na één keer al smoorverliefd? Op een vreemdeling? Misschien is ie wel getrouwd of in een relatie, maar hij droeg geen ring toen ze stiekem even vlug keek… Eigenlijk twijfelt ze of ze het goed heeft gezien. Dat doet verliefdheid soms gewoon… Bevestiging vragen. Dagen en weken gaan voorbij. Af en toe kijkt ze uit naar een wit busje en daar zijn er veel van. Alleen het logo van zijn bedrijf, daar is er maar één van…
Ze zoekt op fietsenmakers in de buurt met de naam Henry, maar ook daar geen resultaten. Hoe groot is de kans dat ze hem weer tegenkomt? Die kans is 1 op een miljoen… Misschien moet ze het maar vergeten. Echter, elke dag wordt ze weer wakker met hem… In gedachten! Is dat met voorbedachten rade van het lot?! De volgende dag vertelt Sandra over Henry tegen haar ouders. Zij zeggen dat de kans heel klein is, maar ze mag blijven hopen. ‘Liefde kan overal ontstaan’ en haar vader raadt haar aan om een briefje in de supermarkten op te hangen met een oproep.
Dat vindt ze een gekke gedachte, maar aan de andere kant ook helemaal niet slecht. Ze doet eens gek, springt achter haar laptop, typt de oproep uit en knipt het uit. Bij elke supermarkt gaat ze langs. Ook in de dorpen en steden om haar woonplaats. Nu maar hopen dat hij reageert… Deze liefde moet werkelijkheid worden! Er gaan dagen voorbij, en opnieuw weken… Geen enkele reactie en bij sommige supermarkten is haar oproep ondertussen weggehaald. Dat is nogeens een frustratie! Na een drukke dag gaat ze maar eens naar bed…
Het is december… En dat betekent de maand van Sinterklaas, kerst en oud en nieuw. Sandra wordt wakker en ze ziet het buiten sneeuwen. Langzaam wordt de wereld wit en daardoor krijgt ze er al volop zin in. In de kauw vertrekt ze naar haar werk. Onderweg komt ze opnieuw een wit busje tegen, maar dit keer met hetzelfde logo als die van Henry… Ze stopt gelijk en kijkt of hij erin zit. Het busje is leeg, dus hij is bij de klant waar hij voor het huis staat. Sandra belt aan, want nu wil ze hem niet uit het oog verliezen! De deur gaat open en ze vraagt of ze ‘de fietsenmaker’ mag spreken. De klant loopt weg en de ‘fietsenmaker’ komt aan de deur…
Hij stinkt, is vele malen breder, rookt en draagt allerlei gekke kettingen. Het is Henry niet. ‘Wat mot je moppie?’ vraagt de smakkende man. ‘Mag ik je kussen?’ Sandra schrikt! Snel rent Sandra naar haar auto en rijdt weg. De man kijkt lang na en Sandra rijdt de bocht om. Gelukkig hoeft ze hem niet meer te zien. Alweer een teleurstelling, alweer een rotgevoel! Wel weet ze nu de naam van de fietsenmaker. Meteen gaat ze ergens staan aan de rand van de weg en zoekt de naam op via het internet. Ze zoekt en zoekt, maar geen enkel resultaat! ‘Hoe kan een bedrijf niet op het internet staan?!’ Plotseling duikt ze weg, want het busje met die vent rijdt voorbij. ‘Wát een gluiperd …’
Hopelijk is ze niet gezien. Ze kijkt voorzichtig om zich heen en de kust lijkt veilig. De telefoon gaat in de zak en Sandra rijdt weer verder. Maar dan, even verderop staat het busje… Bah! Wat nu?! Ze rijdt maar gewoon voorbij. Achter haar rijdt opeens het busje. En als dat nog niet alles is, heel dicht achter haar. Het stoplicht wordt rood… De persoon achterin de bus lijkt te willen uitstappen maar dan wordt het gelukkig weer groen. Snel trekt ze op en rijdt verder. Het busje rijdt telkens achter haar, waar ze ook naartoe gaat. ‘Wat moet die viezerik?!’ zegt ze in paniek. Er wordt achter haar geknipperd met het licht… Wát een engerd! De hele weg naar huis achtervolgt hij haar. Diverse scenario ’s gaan er door haar heen en die zijn niet positief…
Sandra wacht voor een stel voetgangers bij het zebrapad en het busje raakt net niet haar auto. Opnieuw lijkt hij uit te willen stappen, maar opnieuw heeft ze geluk. Snel trekt ze op en rijdt door. Nu is ze bijna thuis. De viezerik zit nog steeds achter haar… Ze bedenkt om snel een andere weg in te gaan zonder richting aan te geven. Zo snel mogelijk draait ze haar stuur en als een speer probeert ze van het busje te ontsnappen. Even verderop ziet ze dat het busje achter haar weg is. Ze stopt de auto en kijkt om zich heen. Geen naar wit busje te bekennen… Dan trekt ze weer op en rijdt door. Even verderop ziet ze hetzelfde busje weer in de verte en slaat op tijd rechtsaf. Daar komt ze in een bosje terecht en ze gaat op de parkeerplaats staan.
Het is ondertussen donker geworden en Sandra wil naar huis. Ze rijdt voorzichtig weg en vervolgt haar route. Gelukkig gebeurt er niets meer en in alle veiligheid arriveert ze met haar auto bij huis. Ze stapt uit, kijkt extra om zich heen en loopt snel naar binnen. In de kamer leest ze binnengekomen post, maar dan verschijnt er voor haar op de oprit het witte busje… Vol van angst beslaat ze en ze kijkt of de ‘viespeuk’ erin zit… Het lijkt er op afstand wel op! Ze pakt een voorwerp en loopt naar buiten. De eerste de beste keer dat hij haar wat aan wil doen slaat ze er op los! Angst gaat over in boosheid nu ze zich sterker voelt door het straks te gebruiken voorwerp. Na een minuutje stapt er iemand uit en ze roept de hij ‘moet oprotten’, maar dan…
In plaats van die nare persoon stapt Henry uit. Ze legt alles neer en vliegt bij hem in de armen. Henry kijkt verbaasd, maar Sandra legt alles uit terwijl ze tegen hem aan lijkt te zijn geplakt. Een stevige knuffel is altijd beter dan een pak slaag uitdelen en Henry beantwoordt deze met een aai over haar hoofd en hij duwt haar nogeens stevig tegen zich aan. ‘Ik ben zo blij dat je er bent’ en Henry vertelt dat hij haar ook heeft gemist. Zijn telefoon was gestolen en iets anders te schrijven had hij niet. Hij moest snel door naar de volgende klant. Maar nu niet… Hij is bij haar en ze lopen samen naar binnen. Henry vraagt wat er aan de hand was dat ze eerst zo reageerde? Ze legt het uit van zijn collega of werknemer. Henry vertelt dat hij hem daar een grote waarschuwing voor heeft gegeven, maar dat de maat nu vol is.
Hij wil hem op heterdaad betrappen en hij vraagt of Sandra hem wil helpen met een kleine handeling om hem in de val te lokken. Dat doet ze en ze gaan de volgende dag naar het bedrijf van Henry. Simon, de nare man werkt er die dag en Sandra gaat alleen naar binnen de werkplaats in. Simon werkt aan een fiets, maar het belletje klinkt… Hij kijkt om en verwelkomt Sandra op ‘zijn manier.’ ‘Hé schatje! Wat fijn dat ik je weer zie! Was leuk he gisteren?’ Hij loopt naar haar toe en ze ruikt zijn stank. Hij maakt wat nare opmerkingen, maar dan stapt Henry binnen… ‘Blijf van haar af!’ Sandra zet een paar stappen weg van Simon en Henry komt dichterbij en kijkt Simon aan. ‘Simon, bij deze kun je je spullen pakken!’ Simon probeert de situatie te sussen, want het was maar een ‘grapje’.
‘Nee, het is afgelopen!’ zegt Henry. Simon loopt naar het kantoortje en smijt alles neer. Dan loopt hij de werkplaats uit. Hij heeft als laatst spijt betogen in de hoop dat hij zijn baan alsnog mocht behouden, maar daar heeft Henry geen boodschap aan… Henry en Sandra staan samen in de werkplaats en hij vraagt of ze zin heeft om met hem een wandelingetje te maken en daarna ergens uit te gaan eten. Na die lange tijd wil Sandra dat maar al te graag! Nadat Henry, vanaf nu zonder personeel, de werkplaats en winkel heeft afgesloten gaan ze samen een mooie wandeling maken. Ze moeten elkaar nog beter leren kennen, maar de klik is er al op en top! Achteraf blijkt dat ook Henry Sandra steeds in gedachten had en hij ook naar haar heeft lopen zoeken. Een oproepje in de supermarkt durfde hij niet en hij vond het erg moedig dat zij het wel deed! Gelukkig hebben ze elkaar nu gevonden. Ze wandelen samen in het bos, maar al snel wordt het donker. Zij wil hem vasthouden, hij haar ook…
In een hutje waar ze schuilen voor een stevige sneeuwbui gebeurt het dan eindelijk… Hun liefde wordt beantwoord!
En zo eindigt een lange zoektocht met teleurstelling en zelf een lastpak ertussendoor in een romantisch einde. Ze zijn nog steeds smoorverliefd op elkaar en Henry heeft zijn fietsenmakerij definitief gesloten. Samen hebben ze sinds kort een chocolaterie in het dorp geopend en dat is een groot succes! Wat ze nog niet weten, maar ik wel kan vertellen hoe dit afloopt… Sandra is in verwachting van hun eerste kindje!

