
Breggie het stroopwafel gekkie
Breggie is haar naam, en stroopwafels is het liefste wat ze eet. Ondanks het vele stroopwafels eten is ze behoorlijk slank, maar ze heeft haren met de kleur van hoe kan het ook anders… Stroopwafels! In Gouda hebben ze de lekkerste en elke morgen gaat ze naar de bakkerij zonder al te veel zorgen. Elke medewerker staat al met een stroopwafel voor haar klaar. Het is alsof ze een abonnement op de stroopwafelbakkerij heeft, want elke ochtend wordt er zo ’n vier euro betaald voor de lekkernij.
De stroop loopt van haar mond naar haar kin. Mensen vinden het vies en draaien hun hoofd om. Maar dan zien zij hetzelfde… Alleen maar stroopwafels en iedereen is verkocht! Werkelijk, elke ochtend gaat het op dezelfde manier! Breggie loopt de winkel uit en begint aan haar dagelijkse krantenwijk. Met haar laatste beetje stroop aan haar bekkie vertrekt ze richting de koffiezaak om daar een lekkere bak koffie te drinken met daarbij twee servetjes. Eentje voor haar handen en de andere om haar mond schoon te maken.
In de koffiezaak hebben ze koffie met stroopwafelsmaak en uiteraard neemt Breggie elke morgen na haar stroopwafel een koffie-stroopwafel. Dat is haar ontbijt, elke morgen… Zélfs op zondag! Van het ene naar het andere adres loopt ze haar wijk af en bij het parkje zet ze haar fiets neer tegen de dikke boom. Daar wacht een oude man waar ze elke dag een praatje mee maakt. ‘Hoe is het deze morgen?’ vraagt de man en Breggie zegt altijd dat het goed gaat. Ze is erg blij met de krantenwijk en vooral de mensen die ze treft. Breggie is het aanspreekpunt geworden voor velen!
Of het nu zomer, herfst, winter of lente is, elke dag en elk seizoen is ze met haar fiets druk met rondbrengen. Een dag zonder wafels is een dag niet geleefd! Op een dag begint het enorm hard te regenen en een winkel bediende biedt aan dat Breggie naar binnen mag in de nét gesloten winkel. Het is zes uur ’s avonds en de klokken luiden hun klank. Gouda beweegt zich naar huis en winkels gaan dicht… Behalve die van Toontje. Daar waar hij zijn fluiten verkoopt speelt hij nu een toontje lager, want van het ene op het andere moment wordt hij stapelverliefd op haar…
Samen kletsen ze en kletsen ze. Er wordt gelachen en gedroogd… Breggie is kletsnat en Toontje geeft haar een handdoek. Een beetje laat maar beter laat dan nooit! De nieuwe fluitjes worden in de etalage gezet, want het is tijd voor de herfst fluitjescollectie. Breggie helpt hem mee, maar ze moet wel droog zijn. Het zou toch jammer zijn dat Toontjes’ fluiten kapot gaat door vocht?! Omdat hij haar leuk vindt speelt hij op het meest mooie fluitje die hij heeft. Het is een voorwerp van vijftien centimeter lang en hij houdt het in zijn rechterhand. Dan begint hij van hoge tonen te komen…
Ergens klinkt het vals, wat is dat nou?! Breggie kijkt hem verbaasd aan… Hij schudt wat met het fluitje en wat komt daar uit… Een maiskorrel! Hij had nog een maiskorrel in zijn mond toen hij begon te spelen en dat schoot in de fluit. Beiden lachen en het muzikale spel gaat verder. Breggie luistert aandachtig en even later vraagt ze of ze op zijn fluitje mag spelen… Maar natuurlijk mag dat! Hij maakt het mondstukje schoon en geeft het fluitje aan haar. Wat er dán naar voren komt? Een waanzinnig gave toon! Toontje luistert nu eens naar een ander toontje en hij applaudisseert!
Breggie voelt zich vereerd en geeft het fluitje terug aan hem. Toontje vergeet het mondstukje schoon te maken omdat hij écht de tijd zoveel mogelijk wil besteden aan Breggie! Samen kletsen ze nog lang door terwijl ze een rondleiding krijgt van alle fluitjes die hij heeft. De duurste, eentje van negenduizend euro, is de laatste die Toontje uit de etalage achter pakt. Deze is een hele speciale! Hij is geïmporteerd uit België en hij klinkt nergens naar! Toontje legt zijn toon op het fluitje maar het klinkt als een jankend cassettebandje. Breggie begint te lachen en zegt ‘hou maar snel op!’
Het wordt steeds later en ondertussen is het al donker. Toontje biedt aan om te blijven eten en Breggie vindt dat maar al te leuk. In de keuken boven de winkel wordt een kast losgetrokken en jawel… Hij zit vol met stroopwafels! Zowel Breggie als Toontje houden van stroopwafels en ze zijn er beiden verslaafd aan. ’s morgens wordt er standaard door beiden een grote stroopwafels gegeten, maar ze hebben elkaar nog nooit gezien. Ze komen namelijk allebei bij een andere bakker. Vanaf nu gaan ze dus naar dezelfde bakkerij! Al voorbereidend is Toontje bezig. Hij maakt heerlijk stroopwafelgebak dat nog even de oven in moet.
De tafel wordt gedekt en kaarsjes worden aangestoken. Zodra de oven begint te piepen haast hij zich naar de oven en pakt het eruit. De slagroom wordt op tafel gezet en even later de grote glazen schaal met stroopwafelgebak. Breggie geniet… ze denkt bij zichzelf ‘dit heeft nog nooit iemand voor me gedaan’ en schuift aan tafel aan. Toontje schept op. Je kunt je voorstellen dat dit met wat moeite gaat omdat stroopwafels best wel hard zijn. Hoe het er op het bord uitziet? Dat maakt beiden niet uit want binnen in de maag hangen ook geen schilderijen… Ze wensen elkaar eetsmakelijk en de heerlijke maaltijd begint.
Ze vertellen dat ze over drie weken een afspraak hebben voor een kunstgebit. Door de stroopwafelverslaving zijn hun tanden niet meer te redden en is er dus nog maar één oplossing… Het blijkt dat beiden bij dezelfde tandarts zitten, dus ze kunnen meepraten over hoe een nare man dit is! Na het eten komt het toetje en dat is hoe kan het ook anders… Stroopwafelyoghurt met bitterkoekjes. Hun monden zijn wit van de yoghurt en bruin van de stroopwafels. Ze lachen naar elkaar en likken het af. Nadat er geen regendruppels meer op de ramen vallen besluiten ze een wandeling te maken.
Bij beiden is de liefde op komen borrelen en stiekem hebben beiden de wens om elkaar vast te houden. Ze willen elkaar ’s stroopwafelsmaak met elkaar te delen. Breggie weet een leuk parkje net buiten de stad en Toontje loopt zingend mee. Aangekomen in het park komen ze bij het prachtige park en tot hun grootste verbazing vinden ze daar een hele vreemde fontein… Er komt geen water uit maar er komen allemaal kleine stroopwafeltjes uit de fontein. Zeg maar mini-stroopwafeltjes. Breggie en Toontje gaan er onder staan en pakken elkaar vast. Ze kijken elkaar aan…
Smoorverliefd raken de lippen elkaar en eindelijk kunnen ze elkaar ’s smaak proeven. Twee lichamen houden zich tegen elkaar als één grote stroopwafel en vervolgens duurt de romantische nacht nog lang… Héél lang! Heel Gouda raakt enthousiast over het ‘stroopwafel-stelletje’. Iedereen ziet ze samen de krantenwijk lopen en samen in het park praten ze met de oude man… De bakker moet ’s morgens twee grote dikke stroopwafels bakken en vervolgens in de koffiezaak worden twee koffie-stroopwafels geserveerd met meerdere servetten…
Er zijn plannen voor een eigen stroopwafelmuseum en deze komt er. ‘Het gouds koekje’ staat voor op het raam van het gebouw middenin de stad van Gouda. Klanten wachten zelfs buiten om hun heerlijk gebakken stroopwafels te bemachtigen! En de bakker waar ze elke ochtend ontbijten? Die heeft nog steeds een klant aan ze want hun winkel gaat pas om negen uur open. Ze blijven bij hun standpunt dat ze eerst moeten ontbijten om de dag te beginnen en wel bij de bakker… Toontje heeft zijn fluitjes aangepast. Voortaan maakt hij fluitjes van stroopwafels en die verkoopt hij. De duurste kost maar liefs vijf euro. Dit is dan ook een reuze-fluit!

