
Joris de zenuwachtig afrijdende student
Joris, normaal zie je niet iets aan hem en is het een gezellige jongen in de klas die zijn lessen serieus volgt. Vandaag is de dag dat hij moet afrijden. Om vijf uur mag hij aan de examinator laten zien of hij geschikt is om de vrije wereld in te gaan met de alvast door zijn ouders aangeschafte auto. Een leuk karretje staat naast het huis op hem te wachten maar eerst moet hij zijn rijbewijs in ‘the pocket’ hebben. Na een paar maanden lessen en vrijstelling van de tussentijdse toetsen ziet het er al goed voor hem uit en stapt hij om half vier nog in om nog een lesje te doen voordat het échte werk begint! Bij huis stopt de lesauto en Joris stapt in. Hij kijkt om zich heen en rijdt weg. De rijinstructeur zet de puntjes op de I en de concentratie zit er al goed in! Vlak voor school, daar bij dat zebrapad komt hij hard aanjagen en de rijinstructeur stampt op de rem… Wat is dat nou?!
Er komen twee ouders en wat kinderen aangelopen en die moeten eerst oversteken. Joris baalt, daar had hij de gedachten er even niet bij… ‘Trek nu maar weer op’ zegt de instructeur en Joris laat de auto weer rollen. De instructeur trapt even later nog een keer op de rem. Hij heeft volgens hem niet genoeg in de zijspiegels gekeken en daar staan ze… Middenop de weg! Na een peptalk rijden ze door en de rijinstructeur zegt nog ‘je kunt het!’ en bij het winkelcentrum staan ze stil voor een verkeerslicht. Het wordt groen en Joris rijdt weg. Hij steekt over en rijdt met vijftig de winkelstraat in waar het dertig is. Een ingreep wordt gedaan en als de snelheid tot dertig is gedempt rijen ze in alle rust verder. Joris is kei zenuwachtig, want dit kan weleens de eerste keer zijn dat hij ooit in zijn leven ergens voor zakt. Het theorie-examen heeft hij in één keer gehaald met één foutje.
Voorbij de winkelstraat gaat het weer wat beter. Spiegelen zoals het hoort en de snelheid gaat niet meer te ver omhoog. Daar komen ze bij een rotonde, daar waar iemand als een gek over de rotonde scheurt stampt Joris op de rem. De motor slaat af en met rustig starten en kijken rijdt hij verder de rotonde op en slaat rechtsaf zonder richting aan te geven… Oeps, zegt hij tegen de rijinstructeur maar deze schudt een beetje met zijn hoofd. Een stukje 80KM weg volgt en met een groot ommetje proberen ze de meeste verkeerssituaties nog even te verkennen. Joris kijkt op de klok, het is tien voor vijf. Dat betekent dat ze binnen tien minuten bij het examenkantoor moeten zijn. Dan gaat het écht beginnen. Dát na zo ’n slechte les die écht de slechtste is… Hij heeft nog nooit gemerkt dat hij zo zenuwachtig kan zijn voor zo ’n rijexamen. Vlak voor het kantoor slaat hij af, geeft netjes richting aan en kijkt zoals het hoort…
Rustig rijdt hij naar de parkeerplaats en parkeert daar de lesauto. De rijinstructeur gaat met hem mee en ze melden zich bij de balie. De benodigde papieren worden afgegeven en gecontroleerd. Alles is goed en ze worden naar de wachtkamer verwezen waar de examinator op hen wacht. Joris’ zweet loopt over zijn rug en de rijinstructeur probeert nog wat goede moed in te praten. ‘Je kunt het!’ zegt hij nogmaals en hij vertelt waar Joris op moet letten… Een aantal minuten gaan voorbij en dan komt er eindelijk een man in het pak hun kant op. Dat zal de examinator zijn… De man stelt zich aan Joris en de rijinstructeur voor en vraagt of ze met hem mee lopen naar zijn kantoortje. De laatste dingen worden nog even doorgenomen voordat ze gaan rijden. Eenmaal buiten lopen ze naar een willekeurige auto en daar vraagt de examinator aan Joris of hij het kenteken hardop kan oplezen. Dit is echter geen probleem!
Ze lopen naar de lesauto en Joris kijkt wat om zich heen. Je weet het maar nooit of de examinator daar iets op zal zeggen. Ze stappen in en de examinator vertelt wat de bedoeling is. Ze gaan een eindje rijden en Joris start de auto. Hij kijkt om zich heen, geeft richting en rijdt van de parkeerplaats af. Hij kijkt goed om zich heen en slaat linksaf richting het centrum. De examinator stelt hem gerust en geeft aan dat hij maar gewoon een mens is zoals iedereen en dat zijn ‘hoofd er niet afgaat’. Joris voelt zich opeens een stuk beter als hij merkt dat de examinator relaxed met hem omgaat. Hij vraagt Joris wat hij doet in zijn vrije tijd en wat hij voor opleiding doet. Joris vertelt alles en de examinator vertelt dat hij ook van muziek houdt. Hij is slagwerker bij een muziekgroep en daarnaast schildert hij graag. Ze rijden het centrum in en Joris komt langzaam aanrijden bij een oversteekplaats. Hij twijfelt of hij het goed doet. Is hij niet te langzaam of onzeker?
Bij het zebrapad laat hij een groep mensen voor die naar een kerkdienst gaan. Zodra de plek weer vrij is kijkt hij om zich heen en trekt rustig op om het zebrapad over te rijden.
Met dertig rijden ze door het centrum en middenin het centrum remt Joris plotseling… De navigatie geeft aan rechtdoor, maar sinds kort is de weg rechtdoor eenrichtingsverkeer en mag hij niet verder. Gelukkig blokkeert Joris de kruising niet en geeft hij richting aan om linksaf te slaan voor een omweg. Gelukkig heeft hij het op tijd gezien, want anders was het bij deze al einde oefening en zou hij zijn handschudding met de examinator kunnen vergeten! Bij het einde van de weg staat een dat hij alleen linksaf mag en dit doet hij. Onderweg vraagt de examinator of hij bij dat postkantoor voor hem wil stoppen. Dit betekent dat hij moet inparkeren en dat was toch niet nodig?
Hopelijk zegt hij er niets van! Bij het postkantoor kijkt Joris naar zijn spiegels, geeft richting en nadat een paar fietsers voorbij zijn gefietst parkeert hij in op het parkeervak. Gelukkig ging dat in één keer goed! De examinator stapt uit en loopt het postkantoor in. De rijinstructeur complimenteert Joris met een schouderklopje. ‘Als je zo blijft rijden haal je dat rijbewijs! Dan rij je volgende week al in je mooie auto’. De examinator komt terug met zijn pakketje en hij geeft aan waar Joris naartoe moet rijden. Hij laat de koppeling los, voor even! De auto bewoog al maar meteen stopt ie… Oei! Nu ben ik gezakt denkt Joris bij zichzelf. Hij geeft richting aan, kijkt in zijn spiegels en rijdt weg. Met dertig kilometer per uur bevindt hij zich in het verkeer en na een kwartier zijn ze uit het centrum. Met nog steeds die ‘onhandige handeling’ van net vreest Joris het ergste.
Ze rijden langs bos, landhuizen en uiteindelijk een stukje over de autosnelweg. Joris kijkt ondertussen even in de binnenspiegel en ziet de rijinstructeur wat gespannen kijken. Die denkt ook vast dat Joris is gezakt en dat komt door het wegrijden bij het postkantoor… Met 100 KM per uur rijdt hij netje en al het andere verkeer sjeest hem voorbij. Iedereen haalt hem in maar het is toch nog geen zeven uur geweest? Hij twijfelt, moet hij nu gas bijgeven en ook 130 gaan rijden? Even doet hij het. De teller gaat naar 105 maar de examinator zegt nog niets… Even kijkt hij in zijn spiegels en de instructeur kijkt op. Joris laat gas los en de kilometerteller zakt weer naar 100 KM. De examinator vertelt dat niemand zich hier een de snelheid houdt en dat veel van zijn examenkandidaten hier ook al zijn gezakt omdat ze vlak voor zevenen al de snelheid erin gooiden!
‘Zeven uur is toch écht zeven uur…’ zegt hij. De rijinstructeur antwoordt dat hij daar ook al eens is bekeurd en begint te lachen. Het einde van de snelweg nadert. De knipperlichten knipperen om aan te geven dat er stoplichten aankomen en Joris haalt de snelheid naar beneden. Hij stopt netjes voor het rode licht en zodra het groen is rijdt hij, netjes met spiegelen weg. Een eindje verderop vraagt de examinator om rechtsaf te slaan. Ze rijden weer terug naar het examenkantoor en onderweg heeft Joris bij een spoorwegovergang zijn motor af laten slaan… ‘Oeps!’ is wat Joris zegt en de examinator zegt ‘geen probleem! Goed kijken en wegrijden met een glimlach’. Joris doet dit en de auto rijdt weer verder richting het kantoor. Vlak voor de kruising waar Joris moet afslaan stopt hij. Een scooter met een fietser die zich aan de scooterbestuurder vasthoudt rijdt over het fietspad. Als ze weg zijn steekt Joris over en rijdt naar een parkeerplaats.
Joris zet de auto uit en samen lopen ze naar binnen. De auto blijkt echt op slot te zijn na een ‘nacontrole’ en Joris loopt gespannen mee. Pieter, de rijinstructeur loopt ook met hen mee en iedereen gaat zitten. Joris haalt een keer diep adem van spanning. De examinator kijkt hem aan en zegt ‘ik ga even een pen pakken’. In gedachten lijkt dat niet goed, want een examinator die een pen moet pakken? Waarom?! Hij kijkt naar de rijinstructeur maar Pieter zegt niets. Beiden wachten totdat de examinator terug is en dan… Het moment van de waarheid! Hij begint met het vertellen wat hem opviel aan het rijgedrag van Joris. Eén ding viel hem op. Hij was nogal zenuwachtig! Even leek het alsof hij de snelheid op de snelweg zou opvoeren maar het is zijn geluk dat hij dat niet heeft gedaan… ‘Deed je dat toch dan had ik je niet kunnen laten slagen!’… Dat betekent, denkt Joris. ‘had ik je niet kunnen laten slagen als ik dat had gedaan’ Opmerkelijk!
Het lijkt erop dat hij is geslaagd. De examinator gaat even verder met wat goede puntjes en dan eindelijk wordt hij uit zijn leiden verlost… ‘Kerel, je bent geslaagd!’ De examinator schudt hem de hand. Pieter complimenteert hem en feliciteert hem en na een bedankje aan de examinator lopen ze trots naar de lesauto. Pieter stapt in aan de bestuurderskant en Joris ernaast. Ze praten wat na en Joris belt gelijk zijn ouders… ‘Ik ben geslaagd!’ en ook pa en ma zijn superblij! Thuis wacht hem een warm en trotse ontvangst en er wordt een feestje gevierd. De volgende dag gaat Joris met alle papieren naar het gemeentehuis. Uiteraard vraagt hij met spoed zijn rijbewijs aan en na twee dagen kan hij het dan eindelijk ophalen. Pa lief reed met hem mee en met zijn mooie rode pasje stapt Joris voor het eerst in en daar zit hij dan… In zijn eigen auto! Hij start en rijdt blij weg. Aangekomen bij huis gaan ze snel eten en oh wat is Joris trots op zijn rijbewijs en zijn prachtige auto!

