
De oase van Pimpeltje en de andere mussen…
Pimpeltje de mus, hij vladdert, hij vliegt op en neer en kijkt of er meer mussen zijn. Samen gaan ze het groen af, de bloemen en de planten. Pimpeltje heeft dorst en kijkt of er bij dat hoekhuis op nummer veertien water is. Meestal wel, want die vent heeft bijna altijd de waterpartij aanstaan. Aangevlogen denkt hij ‘yes!’ en hij gaat bovenop de hoogste pilaar zitten om te drinken. Vervolgens heeft Pimpeltje zin om zich te wassen en hij laat zich zakken, rollebolt wat in het water en klaar! Een aantal andere mussen komen erbij en voor hij het wist werd hij vergezeld met drie andere mussen. Een gezellige boel bij die waterpartij maar wat is dat?! Een klein huisje aan de muur en daar aan de schutting nog een huisje… Wat zal daar te doen zijn?! Eerst vliegt Pimpeltje er naartoe en dan kijkt hij met veel opgewondenheid in het bakje… Een overvloed aan pindakaas en bij het andere huisje ook! Pimpeltje neemt wat en roept al fluitend de rest… Hier is eten, héél veel eten en met z ‘n vieren zitten ze genietend te eten in de huisjes. Heerlijk die pindakaas en ze kunnen er maar niet genoeg van krijgen!
Dan vliegen ze verder en terwijl de donderbui nadert zoeken ze onderdak. Het begint enorm hard te waaien, te regenen en de donder overheerst met de voor de mussen enge bliksem! Ze schuilen net zolang tot de bui over is en gaan dan in alle rust slapen… Pimpeltje neemt in zijn gedachten mee dat er morgen ‘bij die vent’ op veertien weer een overvloed aan water en pindakaas is… Dan wekt de haan iedereen om half zes en beginnen alle dieren weer aan de nieuwe dag. Eerst volgt er een vliegtrip naar waar dan ook! Door hun trek door de lucht zijn ze overal snel en vinden ze genoeg amusement, eten en drinken, maar… Eenmaal rond de middag proberen ze de plek te vinden waar ‘die vent’ woont en kijken ze of er weer pindakaas is. En jawel hoor… Er is overvloed en het water is er ook weer! Pimpeltje ziet een grote duif bij het éne huisje en een kraai bij het andere. Ze zijn te groot maar toch krijgen ze wat pindakaas mee. De kraai trekt de gele bak uit het vogelhuisje en alles ligt op de grond…
‘Heb je nou je zin?!’ zegt Pimpeltje en de kraai kraait ‘ga toch weg!’… De kraai neemt nog wat van de gevallen bak en maakt dan dat ie wegkomt. Even later gaat de duif ook weg en met zijn ‘roekoe’ groet hij de musjes. De duif is tenminste wat aardiger en laat alles heel, in tegenoverstelling met de kraai die meteen chagrijnig antwoordt… De mussen genieten weer heerlijk van hun maaltijd en drinken lekker van de waterpartij. Daarna spelen ze een stukje verderop in het zand. Met de hitte van dertig graden is het heerlijk verkoelend om te buikschuiven in het zand tussen alle planten. ‘Misschien zijn er ook nog wel lekkere besjes die we kunnen eten’ maar helaas… Er is hier geen enkel plantje met bessen, behalve dat plantje aan de zijkant van het huis. Rode besjes! Eerst gaan we lekker buikschuiven, zegt Pimpeltje en iedereen doet met hem mee. Nadat iedereen heerlijk heeft genoten van de buikschuif party gaan de musjes weer eten bij de huisjes en heerlijk drinken bij de waterpartij. Maar dan, ‘ssst, er komt iemand aan en het klinkt heel groot…’ zegt Pimpeltje. Het is die vent die het gevallen bakje weer terugdoet in het vogelhuisje. Hij loopt weer naar binnen en dan zegt Pimpeltje ‘de kust is weer veilig’…
De avond nadert en iedereen gaat op de zwoele zomeravond weer met zijn of haar snaveltje toe. Het is opeens muisstil in de nacht en het is wat aangenamer afgekoeld. Dan kraait de haan de volgende ochtend weer een paar keer en iedereen wordt weer wakker! Pimpeltje, de musjes, maar ook enkele andere vogels haasten zich naar de achtertuin van ‘die vent op nummer veertien’ maar wat nu?! Er is geen water en geen pindakaas meer… De waterpartij staat er maar er komt niets meer uit! De huisjes hangen er nog maar de bakjes zijn leeg… De vogels maar ook Pimpeltje en de andere mussen kijken nogeens goed… Inderdaad, alles is leeg en het water is weg! ‘Daar gaat onze oase van voeding’ en met een rotgevoel gaan ze elders verder zoeken naar water… Er is overal van alles te vinden maar daar bij nummer veertien was het altijd het gezelligst en lekkerst om te drinken en pindakaas te eten. Nu is het er misschien niet meer… Alles is leeg, alles staat droog… En dat met dit warme weer! ‘We hebben echt water en pindakaas nodig en hier was het zo lekker verkoelend en met dat zand erbij…’ Wat nu?! Meer vogels kijken even later nogeens maar nog steeds niets…
De hele kolonie van mussen is bedroefd… Hun favoriete plekje is niet meer wat het is geweest! De avond nadert en iedereen gaat met een verdrietig gevoel slapen… Ergens is er hoop dat morgen alles weer anders is maar nadat de haan heeft gekraaid komen ze wéér bij de droge plek met de lege huisjes. De waterpartij is nog steeds uit en de bakjes zijn allebei leeg… Een aantal dieren kijken wat rond bij de waterpartij, maar er is niets te vinden om het aan te zetten, dus met een rotgevoel vladdert iedereen maar weer verder. Pimpeltje niet, hij gaat op de vensterbank zitten. Met een verdrietig gezicht kijkt hij door het grote raam. De bewoner doet de afwas en merkt Pimpeltje even later op. Pimpeltje vliegt enige tijd later weg en zoekt elders wat te eten en drinken. Dan nadert de avond weer, deze gaat over in de nacht en voor iedereen het wist klonk het geluid van de haan weer… Wéér geen water en pindakaas achter het huis bij nummer veertien… Het is zo warm en de mooiste plek lijkt voor altijd verleden tijd! Maar dan, na een grote vlucht komen Pimpeltje, de mussen en enkele duiven naar de wel bekende plek om eens te kijken… In de hoop dat er weer water en pindakaas is en ja hoor… Het is er weer!!!
De waterpartij spuit weer water uit en de beide vogelhuisjes zijn weer rijkelijk gevuld met pindakaas… Zoveel dat het er bij het huisje aan de schutting bijna uitlekt! Het feest kan weer beginnen en alle mussen in de buurt, maar ook duiven genieten de hele dag door… Niet alleen de hele dag, ook de volgende dag, en de daarop volgende dag en die daarop volgend… De oase is weer terug en wat een genot! Het buikschuiven kan weer met plezier en er is water en pindakaas in overvloed! ‘Wát een heerlijk leven hebben we toch’ zegt Pimpeltje en elke vogel knikt ja! Drinken, douchen, wassen, pindakaas eten en heerlijk spelen in het paradijsje, dat is wat er gebeurt en de bewoner van nummer veertien? Hij geniet er volop van en is blij dat hij alles weer heeft hersteld. De pomp was vastgelopen en deed het niet meer, maar nu is hij weer operationeel. De stekker is er weer in en tegelijkertijd heeft hij de bakjes in de huisjes weer gevuld. Met een gedachte van ‘wees welkom!’ loopt hij naar binnen om eten voor zichzelf te koken en de avond in te luiden… Pimpeltje groet de bewoner volop door een liedje te zingen voor het raam en de bewoner? Hij geniet er volop van!

